Subtiliteiten van 'succesvolle integratie' - Reflecties op mijn veldwerk in vier kleine gemeentes in Nederland

Blogpost – Whole-COMM – by Elina Jonitz (EUR)

English Version

In april 2021 bundelden 13 partners hun krachten om te onderzoeken hoe middelgrote en kleine gemeentes, evenals plattelandsgebieden in acht EU en twee niet-EU landen (Turkije en Canada), hebben gereageerd op de komst van vluchtelingen en migranten sinds 2014. Nu, na iets meer dan drie jaar, is het Europese onderzoeksproject Whole-COMM officieel ten einde gekomen – tijd voor enkele persoonlijke reflecties op mijn betrokkenheid bij het project.

Wanneer ik mensen vertel over mijn onderzoeksproject, krijg ik vaak vragen zoals: "Dus, welk land doet het het beste? Waar is 'integratie' het meest succesvol?" of "Hoe ervaren en zien mensen zelf hun 'integratie'?"

In plaats van één specifiek land te noemen en een ogenschijnlijk eenvoudig antwoord te geven, leg ik meestal uit dat 'succesvolle integratie' sterk afhankelijk is van iemands persoonlijke perceptie of idee van integratie en de specifieke lokale context waarin 'integratie' daadwerkelijk plaatsvindt. Hoewel dit antwoord niet altijd bevredigend is omdat het vaak de gewenste duidelijkheid mist, weerspiegelt het de vele inzichten die ik heb opgedaan tijdens mijn veldwerk. Als onderdeel van mijn onderzoek had ik de kans om naar vier kleinere gemeentes in Nederland te reizen, in verschillende delen van het land, en te spreken met veel mensen die ofwel als vluchteling naar Nederland waren gekomen, ofwel professioneel betrokken waren bij het beleidsterrein van 'integratie'.

Uit hun verhalen leerde ik dat voor sommigen 'integratie' vooral gelijkgesteld is aan het vinden van werk, het kunnen betalen van je rekeningen en het spreken van Nederlands; voor anderen betekent het actief deelnemen aan het gemeenschapsleven of het gevoel hebben erbij te horen en gelukkig te zijn. 'Succes' wordt dan ook in zeer verschillende termen gedefinieerd – en komt vaak niet overeen met de nationale beleidsdoelen waarbij 'snelle' (arbeidsmarkt)participatie van vluchtelingen wordt geprioriteerd en gewenst is. Ik leerde dat zelfs wanneer 'integratie' op papier succesvol wordt geacht – bijvoorbeeld wanneer mensen hun verplichte inburgeringstraject afronden en werk vinden –, zij zich toch in geïsoleerde en precaire (werk)omstandigheden kunnen bevinden, met beperkte mogelijkheden voor interactie en uitwisseling. Zo begonnen sommige respondenten bijvoorbeeld met werken op basis van tijdelijke contracten als schoonmaker of bezorger, waarbij ze weinig mogelijkheden hebben om te communiceren en contact te leggen met (Nederlandse) collega's.

Ik leerde dat 'integratie' een gelaagd en veelzijdig proces is, dat verder gaat dan louter deelname aan de arbeidsmarkt. Het is een proces dat raakt aan vanzelfsprekende manieren van leven en veronderstelde bekende verhalen over 'de ander', en dat mensen vraagt om elkaar te leren kennen en van elkaar te leren. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk in een plattelandsgemeente in Drenthe, waar lokale bewoners hun zorgen uitten over de 'integratie' van nieuwkomers omdat ze de 'verkeerde' gordijnen voor hun ramen hingen en deze overdag gesloten hielden. De komst en 'integratie' van nieuwkomers leek de vanzelfsprekende manier van leven van de bewoners uit te dagen door hen te confronteren met iets "onbekends".

Ik leerde dat mensen zich zeer bewust zijn van dergelijke geuite zorgen en de vaak negatieve verhalen of beelden over migratie in het algemeen en islamitische vluchtelingen in het bijzonder. Dit bewustzijn beïnvloedt op zijn beurt ook hoe zij 'Nederlandse' buurtbewoners benaderen en met hen omgaan, uit angst om afgewezen te worden vanwege hun vluchtelingenachtergrond. Ik leerde dat sommige mensen zich op een vergelijkbare manier zorgen maken over de toekomst van hun kinderen en of zij ooit als onderdeel van de samenleving zullen worden gezien. Zoals een vrouw uit Afghanistan treffend verwoordde:

"Als ik als buitenlander word behandeld, begrijp ik dat. Het is pijnlijk, maar ik kan het accepteren. Maar voor kinderen die hier zijn geboren en Afghanistan nooit hebben gezien, die alleen weten dat hun ouders uit Afghanistan komen, zij hebben geen ander land. Voor deze kinderen zou het heel moeilijk zijn als zij als buitenlanders en ongelijk behandeld zouden worden."

Ik leerde dat door deze zorgen ogenschijnlijk kleine stappen – zoals een langer gesprek in het Nederlands of een nieuwe vriend of buur thuis te eten krijgen – ook als kleine successen worden gevierd. Ik leerde dat in gemeenschappen waar anti-immigratie sentimenten heersen, zulke kleine 'successen' die zich weerspiegelen in alledaagse ontmoetingen en interacties tussen mensen nog belangrijker worden. Deze observatie onderstreept het belang van plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, met elkaar in gesprek kunnen gaan en zo "vertrouwd" kunnen raken met elkaar. Dit vereist de betrokkenheid en inzet van de hele gemeenschap: nieuwe en oude bewoners, lokale verenigingen en initiatieven, dienstverleners, beleidsmakers en politici.

Tot slot ben ik enorm dankbaar dat ik de afgelopen drie jaar zulke geweldige en gastvrije mensen heb ontmoet die me in hun huizen uitnodigden, hun persoonlijke levensverhalen met me deelden en me trakteerden op heerlijk zelfgemaakt eten en eindeloze hoeveelheden koffie.

WCeu 

What is Whole-COMM?
Whole-COMM is a three-year research project exploring the integration of post-2014 migrants in 49 small and medium-sized towns and rural areas in 8 EU countries, Turkey and Canada. Whole-COMM aims to make a concrete contribution to the formulation of innovative and effective policies, involving stakeholders at European, national and local level, for building more cohesive and resilient communities able to proactively embrace change.  Subscribe to Whole-COMM newsletter to keep up to date with the projects' activities and results: whole-comm.eu/contacts/ This project has received funding from the European Union’s Horizon 2020 research and innovation programme under grant agreement number 101004714.